- Vermogensbeheerder ASN Impact Investments stapt uit alle kledingbedrijven met zijn beleggingsfondsen.
- Reden is dat de kledingindustrie onvoldoende stappen zou zetten richting duurzaamheid.
- Kledingmerken als H&M en Zara moeten concurreren met de Chinese nieuwkomers Temu en Shein, die shirts voor een paar euro op de markt brengen.
- Lees ook: Shein, de Chinese koning van de fast fashion, wil naar de beurs – er liggen wel een paar grote uitdagingen
Vermogensbeheerder ASN Impact Investments doet voor liefst 70 miljoen euro aan aandelen in kledingbedrijven van de hand, maakte de beleggingstakstak van ASN Bank dinsdag bekend. De vermogensbeheerder heeft zo’n 4,2 miljard euro onder beheer.
ASN Impact Investments wil niet langer in kledingbedrijven investeren, omdat die te weinig verduurzamingsstappen zouden maken. De vermogensbeheerder belegde tot voor kort in onder meer H&M, Marks & Spencer en Inditex, het moederbedrijf van modeketen Zara.
De beheerder van beleggingsfondsen scherpte zijn duurzaamheidsbeleid naar eigen zeggen aan, waardoor deze kledingbedrijven niet meer aan de normen voldoen. Er gaat zelfs een streep door de beleggingen in aandelen van sneakermerk Puma, dat binnen de branche nog als redelijk duurzaam bekendstaat.
Opvallend is de aanvullende reden die de Nederlandse vermogensbeheerder daarbij aandraagt. Westerse kledingbedrijven zouden moeten concurreren met de Chinese nieuwkomers Shein en Temu, die razendsnel en voor ultralage prijzen producten op de markt brengen. Doordat reguliere kledingbedrijven hier hun beleid op moeten aanpassen, sneuvelt hun verduurzaming, aldus de ASN Impact Investments in het persbericht.
T-shirts voor €1,24
Bedrijven als H&M en Zara worden weleens fast fashion-partijen genoemd, omdat zij snel - vaak binnen een maand - nieuw ontworpen kleding op de markt brengen. Shein en Temu doen er nog een schepje bovenop: nieuwe kleding wordt op deze websites voor bodemprijzen aangeboden.
Kosten shirts op H&M doorgaans minimaal een tientje, op Temu kost het goedkoopste vrouwenshirt 1 euro en 97 cent. Het goedkoopste vrouwenshirt op Shein kost op moment van schrijven zelfs 1 euro en 24 cent.
Ultra-fast fashion, noemt men dit ook wel. De bodemprijzen trekken vooral jongeren van de zogenoemde Generatie Z aan. Zij worden lekker gemaakt door een breed scala aan marketingvideo's die influencers op TikTok en Instagram plaatsen. Op video's laten zij zien hoeveel kleding ze voor een paar tientjes kunnen kopen. Ook bekende sterren zoals Katy Perry en Rita Ora maken reclame voor bijvoorbeeld Shein.
Temu, dat naast kleding ook andere producten verkoopt, staat erom bekend handelaren op het platform onder druk te zetten hun marges zo laag mogelijk te houden. Het zorgt ervoor dat veel Temu-handelaren er vaak al na enkele maanden de brui aan geven.
Shein doet er volgens analisten slechts één week over om een nieuw stuk kleding op de markt te brengen, meldt het Duitse nieuwsplatform DW in een documentaire. Het bedrijf zou een algoritme gebruiken om razendsnel kledingtrends te signaleren.
Kleding van matige kwaliteit
Dat moet ergens van worden betaald. Volgens critici zouden Temu en Shein dan ook amper iets doen aan milieubeleid en rechten van fabrieksmedewerkers. Matig betaalde fabrieksmedewerkers met tijdelijke contracten zou aan de orde van de dag zijn bij Shein, aldus DW.
Kledingstukken op zowel Temu als Shein zijn soms van zeer matige kwaliteit, waardoor ze snel kapot gaan. Ook zouden er onnodig veel kledingstukken worden geproduceerd, die uiteindelijk niet verkocht worden. Wel kondigde Shein onlangs aan 250 miljoen euro te willen investeren in een eigen circulariteitsfonds in Europa en het Verenigd Koninkrijk.
Mogelijk heeft speelt hierbij mee dat Shein op zoek is naar groen licht om in het Verenigd Koninkrijk naar de beurs te mogen. Het bedrijf vroeg onlangs een notering aan de Londense beurs aan.
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International protesteert hier al enige tijd tegen, omdat Shein een "dubieuze reputatie" zou hebben op het gebied van arbeidsomstandigheden en klimaat. Werknemers in fabrieken zouden weinig rechten hebben en kleding zou vaak gemaakt worden van synthetische vezels die afkomstig zijn van fossiele brandstoffen.
Financieel gezien, groeien Temu en Shein dan weer als kool. Boekte H&M afgelopen boekjaar een omzet van zo'n 21 miljard euro, moederbedrijf Pinduoduo van Temu noteerde ruim 34 miljard dollar aan omzet in 2023 en Shein haalde volgens schattingen van de Financial Times 45 miljard dollar aan omzet binnen. Voor beide bedrijven stonden daar miljardenwinsten tegenover.
De concurrentie van Temu en Shein mag dan groot zijn, Europese kledingbedrijven zoals H&M en Puma mogen er niet hun eigen verduurzamingsplannen mee in de ijskast zetten, lijkt ASN Impact Investments te willen zeggen. "Met deze desinvestering geven we kledingbedrijven en andere investeerders een stevig signaal om nu echt vaart te maken met het verduurzamen van de kledingindustrie", concludeert de vermogensbeheerder in zijn persbericht.